zaterdag 13 juni 2015

Hanger voor zus

Zus had een tijdje geleden al op haar eigen subtiele wijze laten weten dat voor haar een edelsmid in de familie betekende dat er een sieraad moest komen voor haar verjaardag. Die verjaardag is over twee weken, dus tijdens de familiebarbeque van vorige week werd ik hier ten overvloede nog even aan herinnerd. Ik wil voor haar een sieraad maken met een heel persoonlijke betekenis. Nu heb ik een heel leuk nichtje en neefje, die ik terug wil laten komen in dat sieraad. Vandaar dat ik kies voor een roze steen (rhodochrosiet) en een blauwe, iets kleinere steen (topaas). Broertje is drie jaar jonger, dus hij krijgt logischerwijs ook maar een klein steentje. Om ook paps in het geheel te betrekken, besluit ik een hanger te maken in de vorm van de letter J. Je raadt het al: dat is de eerste letter van paps voornaam.

Verschillende ontwerpen passeren de revue:







Ik vind het idee dat de topaas het puntje op de J vormt wel heel erg leuk, dus dat is een no-brainer. Het geslinger zint me niet, dus het wordt een gewone, simpele, rechte J. Maar dan wel weer net even anders. De hanger wordt gebogen uit een strip zilver (hoera voor schenenband!) die zich om de rhodochrosiet heenslingert en vervolgens een halve draai maakt om de topaas te kunnen 'dragen'.

Het zetkastenband is flink stevig, dus draaien uit de losse hand is er niet bij. En draaien met behulp van tangen gaat ongetwijfeld krassen. Vandaar een pragmatische oplossing:


Ik draai de tangen exact 90 graden ten opzichte van elkaar en voilà, een prachtige knik:


De zetkast van de topaas komt mooi boven op het uiteinde van het band te liggen en het gekantelde deel vouw ik netjes rond op een tribulet:


Ik wil dat de ronding begint bij de stip, dus ik moet nog een rondje met de hamer doen. En dat uiteinde van de lus staat me ook niet aan, veel te bot. Daar moet dus nog een vijl overheen!



Kijk, dat lijkt er al meer op! Nog even een deukje vijlen voor het zetkastje van de topaas, en dan solderen die hap!


Ik sta er echt iedere keer weer van te kijken hoe het gedrocht dat van de soldeersteen komt zo mooi opknapt na een badje en een beetje bloed, zweet en tranen.



De hanger moet natuurlijk wel kunnen bungelen, dus achter de steel van de J komt een oogje. Ik kies voor een buisje, zodat je de ketting op twee manieren kunt dragen. Aan een schakelcollier komt de hanger door het gewicht van de rhodochrosiet speels scheef te hangen en komen de beide stenen mooi uitgelijnd onder elkaar te hangen. Met een omega-collier of aan een rubber veter blijft de hanger mooi rechtop staan, zodat de J goed tot zijn recht komt.


Als het geheel in elkaar zit, is het een kwestie van poetsen, zetten en weer poetsen. Ik heb onwijs veel mazzel. De topaas paste niet helemaal mooi in z'n zetkastje, dus die heb ik zelf van binnen een klein beetje uitgeboord. De hoeveelheid materiaal aan de bovenkant houdt niet over, dus de eerste klap met de steenaandrukker moet meteen goed zijn. En hij lukt prachtig! De steen zit gelijk bij de eerste klap strak recht en muurvast op z'n plek.


Ik heb nog één kans om het te vernachelen, en dat is bij steen nummer twee.


Maar ook die werkt braaf mee en na een laatste poestbeurt is de hanger voor zus klaar!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten